Tijdens de Trans Afrika Expeditie van 1982-83 had ik alle windstreken van dit continent bezocht behalve het Zuiden. Zuid-Afrika zou daarom een logische keuze geweest zijn en kwam bovendien veel in het nieuws door de vrijlating van Nelson Mandela, maar het apartheidsregime zat nog te fris in het geheugen en ook de wildparken waren niet echt mijn meug. Tanzania zou immers niet te evenaren zijn. Anderzijds konden de Victoria Watervallen, Sossusvlei en de Okavango delta me wel bekoren en dus kwam ik terecht in een gezelschap van Franse, Zwitserse en Italiaanse reizigers en een Belgische reisbegeleider met een Duitse vrouw, allemaal op weg naar Namibië en Botswana.
Het zou een tocht met veel obstakels en een hoop reis-stress worden. Om er een paar te noemen: Namibië was precies twee weken onafhankelijk en dus had niemand een visum kunnen bemachtigen. Sommigen hadden een visum voor Zuid-Afrika, anderen hadden te horen gekregen op de zuidafrikaanse ambassades dat ze niks konden doen, omdat we pas na de onafhankelijkheid het land binnen wilden. We hebben daardoor anderhalve dag in niemandsland en in de grootste onzekerheid doorgebracht, met vuurwapens op ons gericht, vooraleer er een oplossing kwam.