Met Ryanair ging het naar Venetië, waar we afgehaald werden om naar Istrië te rijden. Eerste halte waren de grotten van Postojna in Slovenië, die toch wel indrukwekkend waren, niet in het minst door het treintje dat ongewoon snel door de erg lage gangen reed.
De hoofdreden om naar hier te komen was het bekijken van de nieuwe kamphuizen van JEKA , maar van de oorspronkelijke zijn er vandaag geen meer overgebleven.
De bezienswaardigheden van Istrië waren anderzijds niet te versmaden: Pula, Porec en vooral Rovinj waren best een bezoekje waard. De Lim Fjord en Brijuni leken me niet veel zaaks; in het sfeervolle haventje Fazana kon ik het wel iets langer volhouden. Vodnjan en Bale lagen iets verder weg van de kust en waren dus iets minder toeristisch. Dat heeft zo een zekere charme.
Om de reis goed af te sluiten vooraleer terug te vliegen en vermits we toch in de buurt waren, konden we nog eens een half dagje door Venetië dwalen. Dat was toch al weer een aantal jaren geleden.